Het bouwen van de Duinwijckhal
Hoogtepunt in de jaren 50 vormt het bouwen van een eigen accomodatie. Rond 1955 stonden kranten bol van het initiatief dat het toenmalige bestuur van
Duinwijck nam, om een antwoord te hebben op de als maar groeiende leden aantallen van de club. Wat dat betreft zijn er goede vergelijkingen te treffen met de situatie in het 1e decennium van het nieuwe millennium, waarin de geruchten over het vervangen van de huidige Duinwijckhal door een nieuwe serieuzere vormen gaan aannemen.
47-48 – De start
Enkele enthousiaste leden van de tennisvereniging Bloemendaal zochten, omdat er toendertijd geen overdekte baan beschikbaar was, een mogelijkheid om ook in de winter fit te blijven. Aanvankelijk werd die in tafeltennis gevonden, maar dat bleek al snel geen succes.
Het kan trouwens ook te koud zijn geweest in die winter van 1947 en vooral als er sneeuw ligt, is Vreeburgh in Bloemendaal ook wel wat ver. Er werd dus naar iets beters gezocht, iets nieuws, iets dat meer met tennis gemeen had en dat werd gevonden in badminton, een zaalsport dat in die dagen amper tot Nederland was doorgedrongen. De moeilijkheid was echter, dat men niets wist van het spel. Een boekje erover bleek hier in het land niet te vinden, maar Leen Verhoef wist via een relatie in Engeland toch een spelregelboekje te bemachtigen.
De volgende stap was het vinden van een zaaltje. Men zocht en vond de gymnastiekzaal van de Christelijke Mulo in Bloemendaal, welke voor beginnende badmintonners zeer geschikt was. Het hoofd van de school, de heer d’ Olivat, was alleen bereid de zaal aan een vereniging te verhuren en dus formeerden vier enthousiastelingen, t.w. Leen Verhoef, Jan Bolleman, Arie in ’t Hout en Rudi Houwen zich tot een bestuur en richtten badmintonclub Duinwijck op, genoemd naar het tennispark, waar ze in de zomer tennis speelden.
48-49
Als oprichtingsdatum werd aangehouden 1 oktober 1948.
Er werd een huurcontract met de school afgesloten waarvoor NLG. 4,50 per speelavond werd betaald.
Er was een bestuur, er was speelgelegenheid, maar er waren geen leden. Leen Verhoef besloot om op 26 oktober 1948 een demonstratie te organiseren waarin hij de strijd aanbond tegen de toenmalige Nederlands kampioen, de heer Nienaber. Het zaaltje aan de Zomerzorgerlaan bleek voor die demonstratie te klein, want er kwamen heel veel toeschouwers af op de demonstratie. Na afloop van de demonstratie kon Duinwijck haar eerste 70 leden noteren op de ledenlijst.
De contributie voor het eerste seizoen bedroeg NLG. 16,-. Een lid schreef:
“Ik zal die eerste keer niet vergeten in de Tetterodeschool. Wij waren al gebroken voordat er een slag kon worden gedaan. De baan moest met krijt worden uitgezet en het net aan een paar hoogspringpalen vastgemaakt die op hun beurt weer aan de wandrekken bevestigd moesten worden. Dan nog alle ringen ophalen, daar de ruimte in het gymnastiekzaaltje toch wel beperkt was. Maar het was er leuk, die eerste keren, er werd met enthousiasme gespeeld en er was voldoening!”
Op Zaterdag 27 februari 1949 werd de eerste algemene ledenvergadering gehouden.
49-50
In het tweede seizoen werd alleen gespeeld in de Tetterodeschool, omdat die zaal beter voldeed dan de school in Bloemendaal. Dat jaar werd er gestreefd meer contacten met verenigingen buiten Haarlem en omstreken te leggen. Er werden wedstrijden gespeeld tegen clubs uit Heemstede, Badhoevedorp en tevens werd een vereniging uit Den Haag uitgenodigd. Deze vereniging kwam met de sterkste spelers uit het land, waaronder enkele met kampioenstitels. Na het positieve resultaat van deze wedstrijd was onze naam in de badmintonwereld gemaakt. Alles ging wat vlotter; we hoefden zelf niet meer contact te zoeken, maar we kregen zelfs uitnodigingen.
Er werd in 1949 getracht een landelijke competitie op touw te zetten, maar dit kon door weinig medewerking van andere vereniqingen nog niet doorgaan. In plaats daarvan werd een onderlinge kompetitie georganiseerd wat een buitengewoon succes was.
50-51
Over dit seizoen valt weinig spektaculairs te melden.
51-52
Een aantal Duinwijckers, onder leiding van voorzitter Leen Verhoef, had in 1951 een belangrijke stempel gedrukt bij de heroprichting van de Nederlandse Badminton Bond.
Omdat het ledental alsmaar toenam, kon allang niet meer worden volstaan met de Tetterodschool accomodatie. Een passender lokatie werd gevonden in het Krelagehuis aan de Leidsevaart in Haarlem, toen nog eigendom van de vereniging voor Bloembollencultuur.
Duinwijck organiseerde op verzoek van de NBB dit seizoen ook internationale wedstrijden, waaraan enkele Indonesische spelers deelnamen. Tan Tek Hok en The Sie Poo kwamen in de finale van het mannenenkelspel uit. Dit toernooi bleek de voorloper van de Internationale Kampioenschappen van Nederland.
52-53
In enkele notulen van de bestuursvergaderingen werd er gesproken over het ontwerpen van het clubembleem. Dit clubembleem kwam er, zij het ongeveer 15 jaar later!
Dit was het eerste jaar dat de bond een landelijke badmintoncompetitie ging organiseren, en Duinwijck besloot er aan mee te doen. De eerste competitiewedstrijd werd gespeeld op 11 november 1952 tegen Smash uit Den Haag (het team van Leo Fortunati en Annie Koch). Het eerste team van Duinwijck bestond uit:
Els Robbe, I van Gessel, Leen Verhoef, Piet Titiheru en The Djien Gie.
In het eerste jaar deed Duinwijck met 4 teams mee aan de competitie.
Door Duinwijck werden, onder auspicien van de NBB de nationale kampioenschappen georganiseerd, welke voor enkele leden van de club een groot succes werden. Els Robbe en Leen Verhoef werden nl. kampioen in het gemengddubbelspel.
Tevens werden er in dit jaar de eerste internationale kampioenschappen van Nederland gehouden. Een schaduw op deze kampioenschappen was de nationale ramp (de stormramp van 1953). Hierdoor kwam de hele organisatie van de wedstrijden op losse schroeven te staan. Na heel veel werk, waaronder ook nachtwerk, was het toch mogelijk de I.K. doorgang te laten vinden.
Dit seizoen was in alle opzichten een seizoen van nieuwe impulsen. Er werd nl. ook een jeugdafdeling opgericht onder het motto: Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
53-54
In dit seizoen vliegt het ledental van 70 naar 164 leden, mede door het gebruiken van het Krelagehuis. Door de groei kwam de noodzaak voor het uitgeven van een clubblad, hetgeen in eerste instantie gebeurde door het uitgeven van stencils.
De heren Leen Verhoef en Jan Bolleman werden gekozen om mee te spelen in de eerste interland na de oorlog t.w. de wedstrijd tegen Duitsland, welke in Bonn verspeeld werd.
54-55
In dit seizoen wordt voor het eerst een Technische Commissie ingesteld om het bestuur te ontlasten. De heren Bob Loo en Jan Gerringa worden de eerste leden van de TC. In dit seizoen is er ook sprake van een algehele ledenstop omdat de club maar blijft groeien. Het eerste clubblad wordt dan toch een feit, iets waar de club zeer trots op is.
55-56
Het wordt duidelijk dat de behoefte aan een eigen accomodatie noodzakelijk wordt. De toeloop naar Duinwijck is zo groot dat er vele tientallen aspirant leden teleurgesteld moeten worden, ondanks het feit dat er nog een zaal in de Tetterodeschool bijgehuurd wordt. Het is het jaar dat Stichting Badmintonhall Duinwijck opgericht wordt.
Duinwijck bijt ook de spits af, want het organiseert als eerste club in Nederland een nationaal jeugdtoernooi.
56-57
De nieuwe vloer in het Krelagehuis is een feit. De nieuwe vloer was zeer dringend gewenst, want tijdens de halve finales van de Nederlandse Kampioenschappen tussen de heren Verhoef en Den Hoed, zakte Den Hoed door de vloer..
Zes jeugdspelers krijgen van Duinwijck de kans om hun talenten te tonen in Denemarken, en leren onder leiding van specialisten de laatste kneepjes van het badmintonvak. Duinwijck behaalt dit jaar haar eerste kampioenschap van Nederland. Het team was het hele seizoen ongeslagen en in de belangrijke ontmoeting tegen het Haagse Smash begint Duinwijck moeizaam, omdat Nederlands kampioen Bob Loo te laat arriveert door treinvertraging (toen dus ook al…) Leen Verhoef legt het als invaller af tegen Leo Fortunati, maar daarna stelt ons eerste team orde op zaken en wint verdient met 6-2. De kampioensploeg die het 1e kampioenschap binnenhaalt bestaat uit Els Robbe, Ine van Gessel, Bob Loo, Leen Verhoef en Piet Titiheru.
57-58
58-59
59-60